Het minimale systeem dat blijft werken: 50/30/20, categorieën en automatische overschrijvingen — zonder spreadsheet-marathon.
Maak in 7 compacte stappen een budget dat zichzelf draagt. Automatische regels + mini-buffer zorgen voor rust in je maand.
Noteer netto inkomen, vaste lasten en gemiddelde variabele uitgaven. Je hoeft niet perfect te zijn — 80% nauwkeurig is genoeg om te starten.
Richtlijn: 50% noodzakelijk, 30% flexibel, 20% sparen/investeren. Pas aan op jouw situatie (56/24/20 is vaak realistischer in steden).
Maak 3–5 duidelijke potjes (Wonen, Boodschappen, Vervoer, Spaarbuffer, Vrij). Hoe minder, hoe makkelijker te onderhouden.
Zet direct na salaris automatische overschrijvingen op: eerst buffer/sparen, dan variabele potjes. Contextuele frictie verlaagt impulsen.
Start met €300–€1000 mini-buffer. Gebruik daarna micro-doelen (bijv. €50/€100 per maand) om momentum vast te houden.
Verwijder/upgrade/downgrade. Zet herinneringen voor proefperiodes. Win: 10–20% besparing is gebruikelijk.
Dit is educatie, geen persoonlijk financieel advies. Controleer altijd je eigen situatie.
